De afgelopen 15 jaar hebben veel organisatie veel geïnvesteerd in de uitnutting van gegevens. Enerzijds door middel van de aanschaf van technologie, zowel hardware als software, anderzijds door middel van projecten met concreet op te leveren informatieproducten en de daarbij behorende training van ontwikkelaar tot gebruiker.
Dit zijn significante investeringen die vanzelfsprekend om een gezonde ROI vragen. En devraag die ik hier stel is of we de ROI op al gedane investeringen kunnen verhogen?
Het antwoord van een goede consultant zou moeten zijn ‘dat hangt van uw context af’. En daar heeft die consultant helemaal gelijk in, maar met dit schrijven wil ik een scenario schetsen dat al dan niet bij uw organisatie past. Ik zie dit scenario in toenemende mate langskomen – aan de lezer de vraag of hij dit scenario herkend in haar eigen context.
Organisatie X heeft veel geïnvesteerd in het voortbrengen van gegevens; ofwel gegevens geschikt maken voor velerlei gebruik; marketing automation, risk management, financieel management, in-externe verantwoording en sturing, etc.. De vorm van dit gebruik uit zich vaak in de vorm van rapportages, dashboards of geleide analyses.
Om bovenstaande daadwerkelijk uit te nutten heeft organisatie X ook de kwaliteit van haar gegevens moeten verbeteren, processen moeten aanpassen, rollen en verantwoordelijkheden moeten herdefinieren en belanghebbenden moeten trainen.
De stijl van ‘ontwikkeling’ wordt nog vaak gekenmerkt door een hoge mate van systeem ontwikkeling. Ofwel; er moet bekend zijn wat er gemaakt moet worden, hoe het eruit ziet, welk gegevens nodig zijn, hoe die gegevens aangepast moeten worden, wie er toegang moet hebben etc.. In deze stijl van ontwikkelen is er een sterk onderscheid tussen diegenen die ‘maken’ en diegenen die ‘gebruiken’. Bovendien krijg je te maken met de typische kenmerken van applicatie ontwikkeling zoals de gevreesde ‘voortbrengingsstraat’ (ontwikkel, test, acceptatie, productie) en versiebeheer.
Organisatie X heeft deze stijl van systematische ontwikkeling goed onder controle, maar ondervond enkele jaren terug toch dat de gebruiker niet echt heel tevreden was en dat de voorzieningen maar mager werden gebruikt. Eén van de hoofd oorzaken die werd genoemd is dat de gebruiker maar moeilijk in staat was om zijn wensen snel te kunnen realiseren. De gebruiker had eigenlijk de behoefte om zelf voor een deel de ontwikkelaar te zijn. Organisatie X besloot (achteraf bezien) om een andere ontwikkelstijl te introduceren, namelijk die van de ‘gedelegeerde ontwikkeling’. Een ander type gebruiker ontstond; de gebruiker die vanuit zijn domein zelf rapportjes in elkaar ging klikken en zijn achterban voorzag.
Al klinkt dit eenvoudig, deze nieuwe stijl van ontwikkeling bracht met name voor de IT-afdeling grote hoofdbrekens; hoe zit het met versiebeheer? Wie test de rapportages? Wie beheert de rapportages? Wie zorgt ervoor dat de omgeving niet omver wordt getrokken? Maar ook daar is organisatie X goed uitgekomen.
Op dit moment voelt organisatie X nog steeds dat het rendement op de investeringen te laag zijn, dit wordt nog eens versterkt door de steeds toenemende dynamiek in de omgeving die vereist dat medewerkers van organisatie X sneller moeten kunnen reageren, meer vooruit moeten kunnen kijken en schaarse middelen steeds beter moeten inzetten.
Er ontstaat een groep gebruikers met eisen die helemaal in lijn zijn met bovenstaande dynamiek:
‘Ik weet nog niet wat ik nodig heb om mijn probleem op te lossen. Ik moet exploreren, experimenteren en leren. Dus geef mij data, geef mij software, geef mij machines’.
Wederom een nieuwe ontwikkelstijl, of toch niet? Het is namelijk de ontwikkelstijl waarbij de gebruiker gelijk is aan de ontwikkelaar. En waar hebben we dat eerder gezien? Juist – in de glorietijd van spreadsheets en lokale databases. Ook toen had de gebruiker zijn eigen data, zijn eigen software en zijn eigen machine. De cirkel is rond? Deze ‘opportunistische ontwikkelstijl’ vraagt een kanteling in denken van vele partijen binnen organisatie X.
Zo is er besloten om, naast de omgeving die systematisch (en gedelegeerd) informatie producten kan voortbrengen, ook een aparte omgeving te creëren:
- Waar snel gegevens ter beschikking gesteld kunnen worden die qua volume niet of nauwelijks grenzen kent;
- Waar gegevens overal vandaan kunnen komen;of het nu een data warehouse is, gegevens van een ketenpartner of een twitterfeed;
- Waar geavanceerde visualisaties op uitgevoerd kunnen worden;
- Waar geavanceerde analytische mogelijkheden zijn;
- Waar de resultaten van deze analyses eenvoudig (mobiel) gedeeld kunnen worden;
- Waar de omgeving op kosten-efficiënte en transparante wijze opgeschaald kan worden.
Organisatie X beseft ter dege dat deze opportunistische ontwikkelstijl governance uitdagingen kent, veel vragen van de vaardigheden van de gebruiker en zeker niet de systematische en gedelegeerde ontwikkelstijlen vervangen, laat staan het data warehouse – ze zijn allemaal nodig.
Heel bewust is er voor gekozen om hier achter te komen gedurende de reis waaraan men is begonnen. Soms kan de technologie helpen om te fungeren als breekijzer om veranderingen teweeg te brengen of te leren aan de hand van experimenten.
Comments